Slikproblemen bij ouderen
Slikproblemen bij ouderen

Slikproblemen bij ouderen

Het kauwen en doorslikken van eten en drinken is voor de meeste mensen een automatisme. We doen dit zonder erbij na te denken. Maar voor veel ouderen met slik- of kauwproblemen is dit niet meer vanzelfsprekend. Zij hebben bijvoorbeeld moeite met het kauwen van voedsel, eten dat blijft ‘hangen’ in de mond, keel of slokdarm en verslikken zich in vloeistoffen. De medische term hiervoor is Dysfagie.

Ouderen met slikproblemen krijgen eten en drinken aangeboden in de benodigde dikte, ook wel consistentie. Om eten en drinken in te delen in verschillende consistenties wordt vaak het IDDSI raamwerk gebruikt. Lees in deze blog meer over IDDSI (International Dysphagia Diet Standardization Initiative). Ook vertelt onze diëtist Sanne Maessen over de rol van de diëtist bij slikproblemen.

Wat is IDDSI?

Door slikproblemen raken veel ouderen het plezier in het (samen) eten en drinken kwijt, doordat ze bijvoorbeeld bang zijn om zich te verslikken. Zij krijgen daarom eten en drinken aangeboden in een aangepaste consistentie. Vaak worden diverse benamingen gebruikt voor de verschillende consistenties. Dit kan soms best voor verwarring zorgen. Want hoe dik is nu precies ‘honingdikte’? Met de komst van IDDSI behoort deze verwarring tot de verleden tijd. Om overal ter wereld in dezelfde ‘taal’ te spreken over consistenties is IDDSI (International Dysphagia Standardisation Initiative) namelijk een waardevol systeem. Dit internationale raamwerk wordt gebruikt om verschillende consistenties van eten en drinken in te delen. Het IDDSI-raamwerk bestaat uit 8 niveaus van 0 tot 7.

IDDSI-raamwerk voor het indelen van eten en drinken in de juiste consistentie

IDDSI-niveau 0-3

IDDSI-niveau 0 tot 3 gaat over dranken, waarbij 0 staat voor normale, dunne dranken tot IDDSI-niveau 3 waarbij je moet denken aan dikkere dranken zoals pap, smoothies etc.

IDDSI-niveau 4

IDDSI-niveau 4 is gedeeltelijk drank/eten. Het eten wordt gemalen met vloeistof zodat het een zeer dik vloeibare consistentie is geworden zonder stukjes. Dranken kunnen ook tot dit IDDSI-niveau behoren. Denk dan een wat dikkere vla of een dikke fruitsmoothie.

IDDSI- niveau 5-7

IDDSI-niveau 5-7 gaat over eten. Bij IDDSI-niveau 5 gaat het om fijngemalen eten waar minimale stukjes in voorkomen. IDDSI-niveau 6 gaat over zachte producten, zoals zachte groente en vlees.

De IDDSI-levels 0 en 7 gaan over de normale consistenties eten en drinken.

 

IDDSI-niveau 0 voorbeeld glas water
IDDSI-niveau 1 chocomelk
IDDSI-niveau 2 groene smoothie komkommer
IDDSI-3 pompoen-linzensoep
IDDSI-4 beschuitpap
IDDSI-6
IDDSI-4 beschuitpap
IDDSI-6

* beeldmateriaal is afkomstig van www.datisevenslikken.nl en van apetito.nl

IDDSIdex dé Nederlandse databank voor IDDSI

Wil je van een bepaald product het bijbehorende IDDSI-level weten? Dan kan je dit opzoeken op de website www.iddsidex.nl. Zoek je bijvoorbeeld op vla en IDDSI-level 3 dan krijg je alle soorten vla te zien van dit level met de temperatuur waarop het product getest is. Door temperatuurverschillen kan het IDDSI-level namelijk veranderen.

Twijfel je over de juiste consistenties? Vraag dan de logopedist binnen jouw zorginstelling om advies. Bij slikproblemen bepaald de logopedist namelijk de gradatie en hoe ernstig het slikprobleem is. Aan de hand hiervan geeft ze een advies over aangepaste consistenties.

Rol van de diëtist bij slikproblemen ouderen

Onze eigen diëtist Sanne Maessen heeft door haar jarenlange werkzaamheden als diëtist in de ouderenzorg veel ervaring met slikproblemen bij ouderen. Sanne: “Met name in de ouderenzorg is het belangrijk dat naast de logopedist ook de hulp van een diëtist wordt ingeschakeld. Moet iemand bijvoorbeeld vloeibaarder gaan eten, dan krijgt deze persoon meer vocht binnen, maar in verhouding minder voedingsstoffen. Dit maakt de kans op afvallen groter. Een diëtist geeft in dit soort situaties praktische handvaten en advies over bepaalde productkeuzes.”

Gevolgen van slikproblemen bij ouderen

Krijgt een bewoner/cliënt met slikproblemen niet de juiste hulp en ondersteuning van een logopedist of diëtist dan kan dit leiden tot onder andere ondervoeding. Hoe je hier het beste mee om kunt gaan is per situatie verschillend. Bij de doelgroep ouderen zien we verschillende ziektebeelden zoals dementie, lichamelijke problematiek of andere hersenaandoeningen. In dit soort situaties is het altijd van belang dat zowel een logopedist als diëtist betrokken wordt.’’

Is er sprake van ondervoeding, dan adviseert Sanne om altijd met elkaar in gesprek te blijven. Sanne: “Voor veel ouderen is de maaltijd meestal het hoogtepunt van de dag. Door slikproblemen kan dit veranderen omdat er druk ontstaat om te moeten eten. Dit is met name het geval wanneer ondervoeding op de loer ligt. Deze situatie kan veel emoties met zich meebrengen bij betrokkenen zoals bewoners, familie, zorgmedewerkers en behandelaars. Het is dan belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven over wat passend is in welke situatie. Daarnaast is het ook belangrijk om als zorgmedewerker bewust te zijn van het effect van jouw eigen emoties op de bewoner. Doordat je hier bewust van bent, kan je deze emoties ook op een positieve manier gebruiken om iemand te stimuleren en motiveren. Bij iedere maaltijd, met of zonder aangepaste consistentie, is het belangrijk om de maaltijd mooi en herkenbaar te presenteren. Kijk hiervoor naar de mogelijkheden binnen een advies i.p.v. de beperkingen.”